Op 29 jarige leeftijd ging ik mij voor het eerst bezighouden met persoonlijke ontwikkeling. Ik besloot een week intern te gaan in een klooster voor een training Psychosynthese. Ik was inmiddels getrouwd, had een huis gebouwd, een fitnesscentrum gebouwd, 2 kinderen gebaard en was altijd maar bezig mezelf te bewijzen. Ik was er stellig van overtuigd, dat iedereen van alles van mij verwachtte en dat ik niets waard was als ik daar niet aan voldeed. Dat deze verwachtingen mijn eigen projecties waren, wist ik toen nog niet.

Volgens Charlotte Querido, psychiater, geboren in 1927, verdringt de mens niet de negatieve, maar juist positieve gevoelens als liefde, eerlijkheid en vertrouwen. Dit uit angst voor teleurstellingen op dat vlak. Een fatale projectie is als een persoon denkt dat zijn ziel (en daarmee al zijn gedachten en gevoelens) en lichaam hetzelfde zijn. In de week Psychosynthese leerde ik:
Ik ben mijn lichaam, maar ik ben méér dan dat.
Ik ben mijn gedachten, maar ik ben méér dan dat.
Ik ben mijn gevoelens, maar ik ben méér dan dat.
Ik ben een centrum van zuiver bewustzijn en wil.
Jarenlang zei ik deze zinnen in gedachten ‘s-avonds in bed. Wat ik dan méér was, had ik niet direct gevoel bij. Maar de eerste stappen waren wel gezet.

LICHAAM
Wanneer je je identificeert met je stoffelijk lichaam, is een gevoel van minderwaardigheid onvermijdelijk. Wanneer een kind wordt geboren, voelt het zich door de omvang van het babylichaam ten opzichte van de volwassen lichamen om hem heen en door de afhankelijkheid van zorg en voeding, klein. Dit is een belangrijke bron voor het ontstaan van minderwaardigheidsgevoelens. We vergelijken onszelf vaak met een ander en hebben dan vaak gedachten als “Hij/zij kan het wel, of Hij/zij kan het beter dan ik.” We voelen ons minder dan de ander of afhankelijk van de ander om ons goed te kunnen voelen. De innerlijke leegte die we voelen, lijkt alleen door de aandacht van een ander te kunnen worden opgevuld.

GEDACHTEN
Minderwaardigheidsgevoelens kunnen ook voortkomen uit gedachten die we over onszelf hebben gecreëerd op het moment waarop onze diepste verlangens niet werden gezien, herkend of vervuld. Er ontstaan dan gedachten als: “Ik ben niet de moeite waard om van te houden. Als je gelukkig wilt zijn, moet je van alles doen.” We stellen hoge eisen aan onszelf die we vervolgens projecteren op de ander.

GEVOELENS
Het pijnlijke gevoel ons minder te voelen dan een ander houden we niet vol. We compenseren dit vrijwel onmiddellijk met grootheidsgedachten: we zetten minderwaardigheid om in meerderwaardigheid. Dit uit zich in machogedrag, wederom projectie. We denken dan heimelijk: “Ik ben niet slim, maar ik zie er wel knapper uit dan jij, of Ik mag dan niet de mooiste zijn, maar ik ben wel erg grappig.” En zo blijven we vergelijken, hetzij onszelf met de ander, hetzij de ene kwaliteit met de ander. Om tot heling te komen, zal iemand eerst tot het zelfinzicht moeten komen dat hij zijn gevoelens van minderwaardigheid compenseert met stoer machogedrag. Pas dan is loslaten van dat gedrag en meer vanuit “ZIJN” gaan leven en gedragen mogelijk.

AFHANKELIJKHEID
Een pasgeboren kind dat zich gesteund en gevoed voelt door zijn ouders, zal de eigen levenslijn onbewust met hen of een van hen verbinden. Dit heeft tot gevolg dat het zich afhankelijk maakt van goedkeuring of afwijzing van deze persoon. Dit kan leiden tot verering of nabootsing, ofwel tot sterke minderwaardigheid en het zich onbegrepen en niet gewenst voelen. Het is voor een mens namelijk niet mogelijk de behoefte op zijnsniveau van een ander mens in te vullen. Dit kan ieder mens alleen voor zichzelf doen.

Ik ga ervan uit dat iedere ouder zijn kind op zijn beste manier opvoedt met de beste intenties. Projecties zijn echter niet te vermijden. In het latere leven van het kind zie je dit dan bijvoorbeeld terug door te kiezen voor een partner in een vaderrol in plaats van een volwassen man-vrouw relatie. Of zo kan het voorkomen, dat een meisje dat vernederende ervaringen heeft meegemaakt met haar vader, uiteindelijk kiest voor een relatie met een man die haar niet respecteert. Wederom: projectie.

ONAFHANKELIJKHEID
Therapie en coaching hebben vaak te maken met het doorzien en het opheffen van projecties. Projecties komen voor in al onze contacten. Opeens herken je “je zus” in de buurvrouw bijvoorbeeld. We projecteren de dingen of personen die we missen op anderen. Binnen onze relaties kan hierdoor veel stress ontstaan, omdat we niet accepteren en waarderen wat er i­s, maar datgene willen scheppen waar we naar verlangen en wat er niet is. Om dat te doorbreken geef ik mijn cliënten vaak de tip elke avond aan tafel hardop met elkaar te delen waar ze dankbaar voor zijn. Probeer het maar eens. Het geeft geheid prettige gesprekken en je voedsel smaakt een stuk lekkerder.

Projecties kunnen door visualisaties en oefeningen bewust gemaakt worden. We herkennen de innerlijke spanning als gevolg van de afhankelijkheid van anderen. Hoe dichter je bij jezelf komt, hoe onafhankelijker je wordt. En daarmee neem je zelf de regie in handen en kun je van gebonden naar verbonden gaan.